Doorgaan naar hoofdcontent

Beleg

Het kwartje valt nog niet als ik woensdag, net na het middaguur, mijn flatje aan de Zuid-Peterstraat uitstap en richting Hommelseweg loop. Dat is een kleine twintig meter. Ik loop de hoek om richting spoorviaduct en zie rood witte linten, een dwars op de weg geparkeerde politiewagen en wild gebarende agenten. Ik kijk achterom om te zien tegen wie ze het hebben en zie tot mijn verbazing nog meer druk gesticulerende mannen en vrouwen in blauw. Ik, de onnozele, begrijp uiteindelijk dat ze het tegen mij hebben. Zoveel politie-aandacht kan nooit goed zijn en loop snel het trappenhuis van mijn appartementencomplex weer in. Achteraf blijkt dat ik mij op een lousy paar meter van de gijzelnemer bevond die zich heeft verschanst in de politie-wijkpost op de hoek Zuid-Peterstraat-Hommelseweg.

Sniper
De Hommelseweg in de wijk Klarendal in Arnhem is - hoe zal ik het omschrijven - nogal levendig. Van alles wat: de hoogste coffeeshopdichtheid van de Veluwezoom, alle nationaliteiten ter wereld, kleurrijke buurtkroegen (van hip tot hoerig) en in de zomer een enorme teringherrie dankzij het leven wat er zich vooral op straat afspeelt. Er is altijd reuring: de buurtpitbull die uit het niets toeslaat en poedeltjes als eenhapscrackers nuttigt (het beest schijnt echter dol op kinderen te zijn, wat in deze context nauwelijks een geruststelling is), jochies die de geluidsinstallaties van hun gepimpte Hondaatjes uitproberen als ze met draaiende motor staan te wachten bij de geldmuur, een feeëriek brandende auto van een coffeeshopeigenaar (alweer een tevreden klant) of een “stille tocht” van tientallen bikers die een lelijk aan zijn einde gekomen kameraad herdenken met een stijlvolle, gezamenlijke burnout. Van die dingen. Je moet er van houden en dat doe ik.

Afgelopen woensdag werd het voorlopige hoogtepunt bereikt wat betreft levendigheid met het Beleg van Klarendal in verband met de gijzeling van twee “handhavers” in de eerder genoemde wijkpost.

Mijn dochter en ik kijken met een mengeling van verbazing en vrees naar de surrealistische verwikkelingen die zich onder mijn woonkamerraam afspelen. Het hele arsenaal aan speciale eenheden wordt aangerukt: de gemeentelijke autoriteiten nemen de grimmige situatie serieus en de inzet van arrestatieteams wordt steeds verder “opgeschaald” (ik weet niet waarom, maar krijg jeuk van dit woord… “Vanavond in de kroeg ga ik mijn bierinname eens flink opschalen…”, maar dit terzijde). Op dat moment is er nog weinig bekend over wat er precies aan de hand is. Ik moet denken aan de beelden van de anti-terrorisme acties in het Brusselse Molenbeek, de vrouw die wanhopig uit een raam probeerde klimmen tijdens de slachtpartij in het Parijse theater Bataclan, de politieagent die wordt geëxecuteerd in naam van Allah voor de stoep van Charlie Hebdo… What the fuck? IS doorgedrongen tot het Arnhemse Klarendal? Terwijl ik dit bedenk krijg ik oogcontact met een scherpschutter, gesitueerd op het dakterras van een 50 meter verderop gelegen - hoe kan het ook anders - coffeeshop.

De zware jongens
Na een uur of twee volgt de ontknoping: eerst komen de twee gegijzelden met de handen op hun hoofd uit het pand lopen en worden in veiligheid gebracht. En dan de gijzelnemer zelf: op sterk aandringen van de automatische wapens van de speciale politie-eenheid en de hyper opgewonden Commissaris Rex gaat de man zitten op de stoep van de wijkpost Klarendal en begint zich uit te kleden. Hij doet zijn bomgordel en rugzak af, legt z’n pistool neer en loopt achterstevoren - slechts gekleed in zijn onderbroek en stemmige sokken - naar het arrestatieteam.

Achteraf blijk het om een 57-jarige overbuurman van mij te gaan. Ik heb hem nooit eerder gezien, en iets zegt me dat ik voorlopig ook niet nader met hem kennis zal kunnen maken tijdens de gezellige jaarlijkse buurtbarbecue. De bomgordel en het wapen waren nep, maar dat wisten we op het moment van de gijzeling niet. Het loopt met de spreekwoordelijke sisser af en er is niemand gewond geraakt of erger. De ramptoerist in mij is na Het Beleg van Klarendal overvoerd met adrenaline maar ben vooral dolblij dat het goed is afgelopen. De dagelijkse routine is weer hervat in het mooie, rumoerige Klarendal.

Reacties

Populaire posts van deze blog

A Muzungu abroad

Van alle landen die niet op mijn bucketlist voorkomen was Oeganda er ook één. Ik kende het oppervlakkig dankzij het horror regime van de geschifte jaren ’70 dictator Idi Amin en één film: “The Raid on Entebbe”, over een heroïsche bevrijdingsactie van gegijzelde vliegtuigpassagiers op het vliegveld bij de hoofdstad Kampala. Ik wist genoeg: camping Het Lorkenbos in Otterlo leek me avontuurlijk genoeg. Mijn zoon Milos denkt anders over exotische oorden. Als 4e jaars student aan de Landbouw Hogeschool in Wageningen doet hij samen met klasgenoot Jua Dai een vier maanden durend afstudeeronderzoek in Oeganda. Hun uitvalsbasis is de provinciestad Arua, gelegen op een steenworp afstand van de grens met Congo. Tik “Congo” in op de site van Buitenlandse Zaken en de alarmbellen gaan af: Code Rood, en dan gaat het niet over de kans op ijzel. Het grensgebied met Oeganda is politiek onstabiel als gevolg van burgeroorlogen en andere ellende. Tegenwoordig is het er relatief rustig dankzij de aanwezig...
Welkom op mijn blog! Net als iedereen maak ook ík wel eens wat mee. Daarnaast heb ik een mening en daar val ik graag mijn omgeving mee lastig. Allemaal uitstekende redenen om een blog bij te houden, leek me. Ik hoop dat u net zoveel plezier bij het lezen heeft, als ik heb bij het schrijven er van.

Rothuis

De enige keer dat het gezin Van Leest op stand heeft gewoond, vond mijn vader het maar niks. “Dat rothuis! Dat hele rothuis!”, beklaagde hij zich enige maanden na de verhuizing.  In 1969 betrokken we het vrijstaande pand uit 1937, met de enigszins sinistere naam Ledicoma, aan de Bergstraat in Ede. Later leerden we dat de naam gevormd werd door de twee beginletters van de vier kinderen van de eerste eigenaar: Leendert, Dirk, Coby en Marietje. En haters maar beweren dat men niet crea is in Ede.  Waarom pa zijn sterke bedenkingen had tegen het huis vonden mijn broer Jules, mijn moeder en ik onduidelijk. Daarvoor hadden we uitsluitend gewoond in zwierige Sovjetstyle-flats of arbeiderswoninkjes zoals je - behalve in Ede - alleen aantreft in de meest naargeestige veengebieden van fucking Drenthe.  Ik begreep wel dat ons nieuwe huis met minimale inspanning van de gemeente (het was immers een dienstwoning) was opgeknapt en inderdaad: je zag de oude behangresten door de nieuwe ban...