Jarenlang troostte ik mij zonder veel overtuiging met de gedachte dat het halen van mijn rijbewijs pas in mijn volgende leven prioriteit zou worden: deze editie zou het hem namelijk niet meer worden. Niet dat ik het niet geprobeerd heb maar vlak voor mijn geboorte stond ik kennelijk nog te dralen bij de balie Zinloze Kennis toen de Rijvaardigheid al werd uitgedeeld.
Anderzijds knaagde het wel aan me: vorige week stond ik weer eens bij nacht en ontij op een bus te wachten in één of ander hellhole waar ik die dag een foto-opdracht had gedaan. Ik voelde me een hopeloos ouwe loser en de loodzware foto-tas droeg ook niet bij aan een goed humeur. Als je in de file staat kan je tenminste nog eens lekker de verwarming opstoken, Rammstein meeblèren en in je neus graven. Ik ben goed met cijfers zolang het onzinnige berekeningen betreft en kwam tot de treurige conclusie dat ik in mijn leven ongeveer een jaar heb weggegooid met het wachten op openbaar vervoer.
Begin jaren ’90 deed ik de eerste pogingen om een rijbewijs te halen. Dat was geen succes, om maar eens een eufemisme te gebruiken. Na 67 lessen en 3 keer vruchteloos afrijden was ik er klaar mee. Sterf met je rijbewijs. Ook heb ik een kleine acht jaar geleden nog eens een poging gewaagd maar de chemie tussen mij enerzijds, en de instructeur en de VW Golf 6 anderzijds, was er niet. De overtuiging ontstond bij mij dat de planeet een veiliger plek zou zijn zonder ondergetekende achter het stuur van een auto. Dat laatste is waarschijnlijk nog steeds het geval maar niettemin heeft het De Here behaagt om mij op mijn 56-ste te verblijden met een echt rijbewijs.
Deze ontwikkeling werd twee jaar geleden ingezet dankzij mijn vriendin Gemma. Zij stond er op dat ik op een stukje onbebouwd maar verhard stukje weg in de omgeving van Deventer eens liet zien hoe slecht ik wel niet reed. Gods wegen zijn wonderbaarlijk en ondoorgrondelijk want ik reed zonder moeite weg en na afloop waren er geen slachtoffers te betreuren. Dat zette mij ook aan het denken: zou het dan misschien toch kunnen?
"Je moet het paard temmen!". Dat was de belangrijkste beeldspraak waarmee instructeur Ali Yildirim het leren autorijden omschreef tijdens mijn eerste les vorig jaar. Die beeldspraak snapte ik wel, en de fijne BMW waarin ik een nieuwe poging tot slagen ging doen kan je zeker met een woest paard vergelijken bij ongeoefend gebruikt. Na 30 lessen temmen was dan afgelopen woensdag het moment daar: afrijden! En wat nog mooier is: ik ben geslaagd! Een beetje trots ben ik wel, maar zonder de hulp en het vertrouwen van Gemma en het het geduld van Ali zou ik nu nog dromen over een mobiel leven. Ik ga de gezellige ritjes door Deventer en omstreken met Ali, terwijl we over politiek en bandenprofielen praatten, nog enorm missen.
Nu twijfel ik alleen nog of ik een Chevrolet Corvette Stingray uit ’67 of een Mercedes-Benz 300 SL Gullwing Coupé uit dat zelfde jaar ga aanschaffen als ik het geld bij elkaar gespaard heb met mijn krantenwijk. Oude dromen hebben plaatsgemaakt voor nieuwe.
Anderzijds knaagde het wel aan me: vorige week stond ik weer eens bij nacht en ontij op een bus te wachten in één of ander hellhole waar ik die dag een foto-opdracht had gedaan. Ik voelde me een hopeloos ouwe loser en de loodzware foto-tas droeg ook niet bij aan een goed humeur. Als je in de file staat kan je tenminste nog eens lekker de verwarming opstoken, Rammstein meeblèren en in je neus graven. Ik ben goed met cijfers zolang het onzinnige berekeningen betreft en kwam tot de treurige conclusie dat ik in mijn leven ongeveer een jaar heb weggegooid met het wachten op openbaar vervoer.
![]() |
Bewijsstuk A |
Begin jaren ’90 deed ik de eerste pogingen om een rijbewijs te halen. Dat was geen succes, om maar eens een eufemisme te gebruiken. Na 67 lessen en 3 keer vruchteloos afrijden was ik er klaar mee. Sterf met je rijbewijs. Ook heb ik een kleine acht jaar geleden nog eens een poging gewaagd maar de chemie tussen mij enerzijds, en de instructeur en de VW Golf 6 anderzijds, was er niet. De overtuiging ontstond bij mij dat de planeet een veiliger plek zou zijn zonder ondergetekende achter het stuur van een auto. Dat laatste is waarschijnlijk nog steeds het geval maar niettemin heeft het De Here behaagt om mij op mijn 56-ste te verblijden met een echt rijbewijs.
Deze ontwikkeling werd twee jaar geleden ingezet dankzij mijn vriendin Gemma. Zij stond er op dat ik op een stukje onbebouwd maar verhard stukje weg in de omgeving van Deventer eens liet zien hoe slecht ik wel niet reed. Gods wegen zijn wonderbaarlijk en ondoorgrondelijk want ik reed zonder moeite weg en na afloop waren er geen slachtoffers te betreuren. Dat zette mij ook aan het denken: zou het dan misschien toch kunnen?
"Je moet het paard temmen!". Dat was de belangrijkste beeldspraak waarmee instructeur Ali Yildirim het leren autorijden omschreef tijdens mijn eerste les vorig jaar. Die beeldspraak snapte ik wel, en de fijne BMW waarin ik een nieuwe poging tot slagen ging doen kan je zeker met een woest paard vergelijken bij ongeoefend gebruikt. Na 30 lessen temmen was dan afgelopen woensdag het moment daar: afrijden! En wat nog mooier is: ik ben geslaagd! Een beetje trots ben ik wel, maar zonder de hulp en het vertrouwen van Gemma en het het geduld van Ali zou ik nu nog dromen over een mobiel leven. Ik ga de gezellige ritjes door Deventer en omstreken met Ali, terwijl we over politiek en bandenprofielen praatten, nog enorm missen.
Nu twijfel ik alleen nog of ik een Chevrolet Corvette Stingray uit ’67 of een Mercedes-Benz 300 SL Gullwing Coupé uit dat zelfde jaar ga aanschaffen als ik het geld bij elkaar gespaard heb met mijn krantenwijk. Oude dromen hebben plaatsgemaakt voor nieuwe.
Reacties
Een reactie posten