Doorgaan naar hoofdcontent

Bril

Op mijn zesde kreeg mijn zelfbeeld een gevoelige deuk nadat de schooldokter had vastgesteld dat mijn ogen niet up-to-scratch waren: ik moest aan de bril. Jeugdige vierogen werden in die tijd nog gewoon wijsneus of professor genoemd en zelfs met mijn primitieve esthetisch inslag stelde ik vast dat ik het geen sieraad voor mijn tronie vond. Bovendien: Ivanhoe droeg toch ook geen bril? Gelukkig vond mijn moeder het wel schattig, hoewel ik dat nauwelijks als een geruststelling ervoer.

Het feest werd compleet toen twee weken later bleek dat mijn broer Jules ook slechte ogen had en vanaf dat moment waren we de brildragende broertjes. Ik voelde dat niet als gedeelde smart. Ik denk eerder dat ik rond die tijd het begrip “nerd” heb uitgevonden, maar wil me daar niet over op de borst kloppen natuurlijk.

Een van de minder erge montuurkeuzes uit die tijd, kwa haar echter...

Alles went, zelfs een bril. Uiteindelijk zag ik dat er ook heus wel coole brildragers waren: John Lennon, mijn Feyenoord held Jopie van Daele, Andy Warhol, Buddy Holly, nieuwslezer Frits Thors, enzovoort. Wel werden mijn ogen in de loop der jaren gestaag slechter zodat zelfs de meest bijdehante monturen niet konden verhullen dat mijn glazen onvervalste jampot bodems waren geworden. Lenzen waren nog geen optie, want duur en bovendien een duidelijk blijk van ijdelheid. Van dat laatste hield men niet zo in Ede, en dat was te zien in het straatbeeld.

Maar goed: mijn vriendinnetjes in die tijd hielden niet van mij vanwege mijn goddelijke uiterlijk want had op dat gebied wonderlijk genoeg nauwelijks te klagen. Kennelijk kwam ik er mee weg.

Uiteindelijk heb ik tot mijn 27ste een bril gedragen: op die leeftijd gooide ik de schroom van mij af en besloot uit onbeschaamde ijdelheid dat het vanwege modieuze redenen voor iedereen beter was al ik lenzen ging dragen. Harde lenzen, zodat iedere ongewenste microbe tussen hoornvlies en lens mij deed janken als een baby, maar goed: alles voor het uiterlijk, nietwaar?
Twee weken geleden heb ik maar weer eens een oogmetinkje laten doen bij de opticien. Ik was al een tijdje niet geweest en schrok dat mijn ogen alweer een vol punt achteruit zijn gegaan. Ik had de laatste tijd toch al een beetje het gevoel dat mijn blik op de wereld steeds meer op de softporno film Billitis ging lijken, maar dan zonder de wazige blote meiskes. Bij het naderen van een verkeersbord moest ik eigenlijk uitstappen om van dichtbij te kijken wat er op stond.

Inmiddels is het euvel verholpen en zie ik weer als de spreekwoordelijke havik. Maar als het zo doorgaat met mijn teruglopende zicht moet ik langzamerhand maar wel eens gaan denken aan een geleidehondje.

Reacties

Populaire posts van deze blog

A Muzungu abroad

Van alle landen die niet op mijn bucketlist voorkomen was Oeganda er ook één. Ik kende het oppervlakkig dankzij het horror regime van de geschifte jaren ’70 dictator Idi Amin en één film: “The Raid on Entebbe”, over een heroïsche bevrijdingsactie van gegijzelde vliegtuigpassagiers op het vliegveld bij de hoofdstad Kampala. Ik wist genoeg: camping Het Lorkenbos in Otterlo leek me avontuurlijk genoeg. Mijn zoon Milos denkt anders over exotische oorden. Als 4e jaars student aan de Landbouw Hogeschool in Wageningen doet hij samen met klasgenoot Jua Dai een vier maanden durend afstudeeronderzoek in Oeganda. Hun uitvalsbasis is de provinciestad Arua, gelegen op een steenworp afstand van de grens met Congo. Tik “Congo” in op de site van Buitenlandse Zaken en de alarmbellen gaan af: Code Rood, en dan gaat het niet over de kans op ijzel. Het grensgebied met Oeganda is politiek onstabiel als gevolg van burgeroorlogen en andere ellende. Tegenwoordig is het er relatief rustig dankzij de aanwezig...
Welkom op mijn blog! Net als iedereen maak ook ík wel eens wat mee. Daarnaast heb ik een mening en daar val ik graag mijn omgeving mee lastig. Allemaal uitstekende redenen om een blog bij te houden, leek me. Ik hoop dat u net zoveel plezier bij het lezen heeft, als ik heb bij het schrijven er van.

Rothuis

De enige keer dat het gezin Van Leest op stand heeft gewoond, vond mijn vader het maar niks. “Dat rothuis! Dat hele rothuis!”, beklaagde hij zich enige maanden na de verhuizing.  In 1969 betrokken we het vrijstaande pand uit 1937, met de enigszins sinistere naam Ledicoma, aan de Bergstraat in Ede. Later leerden we dat de naam gevormd werd door de twee beginletters van de vier kinderen van de eerste eigenaar: Leendert, Dirk, Coby en Marietje. En haters maar beweren dat men niet crea is in Ede.  Waarom pa zijn sterke bedenkingen had tegen het huis vonden mijn broer Jules, mijn moeder en ik onduidelijk. Daarvoor hadden we uitsluitend gewoond in zwierige Sovjetstyle-flats of arbeiderswoninkjes zoals je - behalve in Ede - alleen aantreft in de meest naargeestige veengebieden van fucking Drenthe.  Ik begreep wel dat ons nieuwe huis met minimale inspanning van de gemeente (het was immers een dienstwoning) was opgeknapt en inderdaad: je zag de oude behangresten door de nieuwe ban...