Buiten dooit het heerlijk, binnen staat de verwarming op nul en de barbecue kan uit het vet, kortom: Kerstmis 2015 en tijd voor Het Grote Overpeinzen.
In de jaren zestig, toen ik zelf niet veel ouder was dan het kindeke Jezus, begon de kerstvakantie met het uitpakken van de kerstballen en (als tweede zoon uit een katholiek-light gezin in Ede) de figuren uit de kerststal. Hoogtepunt was de dromedaris met één van de Drie Wijzen er op, want die was het grootst. Size matters op die leeftijd. Mijn ouders waren niet van de esthetisch verantwoorde kerstversiering dus als de lampjes eenmaal aangingen was het Las Vegas aan de Nobelstraat. Van die eerste kerstvieringen kan ik me ook nog het in de fik vliegen van mijn servet herinneren tijdens het kerstdiner. Gelukkig liep het letterlijk met een sisser af dankzij snel ingrijpen van mijn vader, anders was ik geëindigd als Jean d’Arc. Oh happy days!
Ander hoogtepuntje met Kerst was het traditionele bezoek aan opa Van Leest in bejaardentehuis De Heilige Barbara. Na anderhalve dag binnenzitten moesten de benen nodig worden gestrekt. Dit was nog vóór de tijd dat je als gezin gezellig naar de fucking meubelboulevard kon of een tuincentrum. Bij binnenkomst in het tehuis viel vooral de lucht van ingekookte kippensoep erg op. Rond de feestdagen echter was er een extra feature te bewonderen en wel de Kerstengel. Als je een dubbeltje in de gleuf van de engel duwde - dit klinkt anders dan ik het bedoel - begon ze als door een mirakel minzaam te knikken. Totdat mijn broer Jules en ik er achter kwamen dat je het dubbeltje in je zak kon houden en gewoon een klap tegen het hoofd kon geven. Bovendien knikte ze dan veel harder: meer een soort headbangen. Je kon ons er goed bij hebben in die dagen.
Eerste Kerstdag vond ik een uitzonderingstoestand: winkels dicht, geen hond op straat, aangepaste muziek op de radio en gevoetbald werd er ook al niet. Een soort staatsgreep zonder militairen. Ik was ook al niet erg van rare dingen eten. Toen mijn vader eenmaal bij de gemeente Ede werkte kreeg hij ieder jaar wild mee van een bevriende jachtopziener. De eerste keer dat ik een dooie haas in de braadslede zag liggen was ik er al snel uit: dat eet ik niet. Maar goed, ik was sowieso kieskeurig als het op warm eten aan kwam want eigenlijk lustte ik uitsluitend karbonade. Wat ik ook fascinerend vond waren de glazen met restjes drank van de avond ervoor: dat grote mensen zoiets smerigs naar binnen konden krijgen! Gelukkig is dat later helemaal goedgekomen.
Teruglezend klinkt het allemaal nogal miezerig, besef ik, maar dat is te weinig eer aan mijn ouders. Ze deden hun best om er leuke feestjes van te maken: met z’n vieren kerstfilms kijken op tv, naar de bioscoop om de nieuwste Disney-films te bewonderen (ik ben een Disney-gek) en het wonderlijke gevoel als je als 4-jarige uit je bed word getrokken om op kerstavond een stol te eten bij kaarslicht, met op de achtergrond alle beierende klokken van Ede (met meer kerken dan kroegen was het een spektakel van jewelste). Echt, de romantiek zag ik er wel van in als jochie.
Enfin. Kerst 2015 staat voor de deur en bedenk me dat ik in mijn leven al 137,5 dagen kerst heb gevierd. Dat is zo’n viereneenhalve maand continue Feest van het Licht. En toch krijg ik altijd weer de kriebels als de nieuwe Kerst Allerhande bij de Appie ligt, want dan is The Most Wonderfull Time of the Year officieel van start gegaan.
In de jaren zestig, toen ik zelf niet veel ouder was dan het kindeke Jezus, begon de kerstvakantie met het uitpakken van de kerstballen en (als tweede zoon uit een katholiek-light gezin in Ede) de figuren uit de kerststal. Hoogtepunt was de dromedaris met één van de Drie Wijzen er op, want die was het grootst. Size matters op die leeftijd. Mijn ouders waren niet van de esthetisch verantwoorde kerstversiering dus als de lampjes eenmaal aangingen was het Las Vegas aan de Nobelstraat. Van die eerste kerstvieringen kan ik me ook nog het in de fik vliegen van mijn servet herinneren tijdens het kerstdiner. Gelukkig liep het letterlijk met een sisser af dankzij snel ingrijpen van mijn vader, anders was ik geëindigd als Jean d’Arc. Oh happy days!
Ander hoogtepuntje met Kerst was het traditionele bezoek aan opa Van Leest in bejaardentehuis De Heilige Barbara. Na anderhalve dag binnenzitten moesten de benen nodig worden gestrekt. Dit was nog vóór de tijd dat je als gezin gezellig naar de fucking meubelboulevard kon of een tuincentrum. Bij binnenkomst in het tehuis viel vooral de lucht van ingekookte kippensoep erg op. Rond de feestdagen echter was er een extra feature te bewonderen en wel de Kerstengel. Als je een dubbeltje in de gleuf van de engel duwde - dit klinkt anders dan ik het bedoel - begon ze als door een mirakel minzaam te knikken. Totdat mijn broer Jules en ik er achter kwamen dat je het dubbeltje in je zak kon houden en gewoon een klap tegen het hoofd kon geven. Bovendien knikte ze dan veel harder: meer een soort headbangen. Je kon ons er goed bij hebben in die dagen.
![]() |
Jozef was dominanter dan Het Nieuwe Testament doet vermoeden |
Teruglezend klinkt het allemaal nogal miezerig, besef ik, maar dat is te weinig eer aan mijn ouders. Ze deden hun best om er leuke feestjes van te maken: met z’n vieren kerstfilms kijken op tv, naar de bioscoop om de nieuwste Disney-films te bewonderen (ik ben een Disney-gek) en het wonderlijke gevoel als je als 4-jarige uit je bed word getrokken om op kerstavond een stol te eten bij kaarslicht, met op de achtergrond alle beierende klokken van Ede (met meer kerken dan kroegen was het een spektakel van jewelste). Echt, de romantiek zag ik er wel van in als jochie.
Enfin. Kerst 2015 staat voor de deur en bedenk me dat ik in mijn leven al 137,5 dagen kerst heb gevierd. Dat is zo’n viereneenhalve maand continue Feest van het Licht. En toch krijg ik altijd weer de kriebels als de nieuwe Kerst Allerhande bij de Appie ligt, want dan is The Most Wonderfull Time of the Year officieel van start gegaan.
Reacties
Een reactie posten