Doorgaan naar hoofdcontent

Aan tafel!

Er zijn bezigheden waaraan ik enorm plezier beleef maar waarin ik niet bijzonder getalenteerd ben. Ik word bijvoorbeeld altijd blij van koken.

Mijn skills achter het fornuis zijn beperkt. Af en toe waag ik mij aan het bereiden van voedsel waarvan het ambitieniveau de twee ingrediënten overstijgt en ben vervolgens als een kleuter zo blij als het eindresultaat is binnen te houden. Ik mis de flair om zelf smaken te combineren en als gevolg daarvan ben ik aangewezen op kookboeken of de Allerhande-app. Belangrijk voor mij is om tot op de nanogram de in een recept aangegeven hoeveelheden te gebruiken en me strikt te houden aan de beschreven ingrediënten. Ik sta met open mond te kijken naar mensen die hierin creatief zijn en niet in blinde paniek raken als onverhoopt de chilipeper op is en deze zonder angst vervangen door cayennepeper. Zou er zoiets bestaan als culinair-autisme?

"In the fine, Texas-tradition!" (ZZ-Top binnenhoes van Tres Hombres, 1973)

De Suffe Hollandsche Keuken gaat me inmiddels goed af. Op hoge leeftijd heb ik mij de edele kunst van het gehaktballen maken aangeleerd en ik lieg amper als ik zeg dat ze erg op echte gehaktballen lijken. En omdat ik die aanstellerige hipstersalades van tegenwoordig beu ben nam ik mij voor om weer eens zo’n ouderwetse Jaren ’60 salade (met slasaus, tomaat, gurkje en een gekookt eitje) te maken. Een soort PVV-salade, maar niettemin erg lekker. Onlangs heb ik me vergrepen aan het zelf maken van erwtensoep. Dankzij de bouwpakketten die de Albert Heijn tegenwoordig aanbiedt - en de heldere beschrijving op de verpakking van de handelingen die moeten leiden tot een luisterrijke snert - kan ik het nu ook zelf. Ik vond het eindresultaat aan de stevige kant, om niet te zeggen dat je er ook fijn de dijken mee zou kunnen ophogen. Maar toch: zelfgemaakte erwtensoep!

Na 55 jaar smaakontwikkeling ben ik bij het wonderlijke stadium beland dat ik aardappelen met gekookte andijvie en een karbo het lekkerste vind dat je me kan voorschotelen. Overigens heb ik in mijn financieel gouden jaren heus wel eens in een toprestaurant gegeten. Zo vond ik het gestoofde rundvlees in het chique Mokumse etablissement Van Vlaanderen (damals goed voor één ster van het Michellinmannetje) goddelijk. Daarintegen was het pindakaasijs in twee-sterrenkantine De Zwetheul - geserveerd tijdens een bruiloftsdiner waarvan het budget ongetwijfeld astronomisch moet zijn geweest - niet te vreten. Zo is er altijd weer wat.
Toch ga ik het avontuur niet uit de weg. Zo werk ik al ruim 30 jaar aan de vervolmaking van mijn pasta Bolognese. Iedere mafkees draait zijn of haar hand er niet voor om want het is geen rocketscience. Voor mij echter wel, maar dan complexer.

Hoewel mijn pasta niet het culinaire equivalent is van de Sixtijnse Kapel is hij over het algemeen goed te beuken en met een beetje fantasie waan je je in Italië, zeker als je het wegspoelt met een doosje Bardolino de man. Bovendien zijn mijn vrienden en kennissen - die met gevaar voor eigen leven aanschuiven - zo aardig om niet direct naar de plee te rennen na hun eerste hap. Daardoor alleen al voel ik mij gesterkt in mijn queeste naar de Heilige Bolognese Graal. Romantische dwaas als ik ben stel ik mij tijdens de bereiding voor dat ik een ouwe mafiabaas ben die - naast het uitmoorden van tegenstanders - passioneel knoflook kan snijden. Om de sfeer te verhogen zet ik graag een pretentieuze Italiaanse opera er bij op en voel me dan even Don Vincenzo. Ach, de één heeft een modeltrein op zolder of een gezellige SM-kelder: ik mag graag doen alsof ik kan koken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

A Muzungu abroad

Van alle landen die niet op mijn bucketlist voorkomen was Oeganda er ook één. Ik kende het oppervlakkig dankzij het horror regime van de geschifte jaren ’70 dictator Idi Amin en één film: “The Raid on Entebbe”, over een heroïsche bevrijdingsactie van gegijzelde vliegtuigpassagiers op het vliegveld bij de hoofdstad Kampala. Ik wist genoeg: camping Het Lorkenbos in Otterlo leek me avontuurlijk genoeg. Mijn zoon Milos denkt anders over exotische oorden. Als 4e jaars student aan de Landbouw Hogeschool in Wageningen doet hij samen met klasgenoot Jua Dai een vier maanden durend afstudeeronderzoek in Oeganda. Hun uitvalsbasis is de provinciestad Arua, gelegen op een steenworp afstand van de grens met Congo. Tik “Congo” in op de site van Buitenlandse Zaken en de alarmbellen gaan af: Code Rood, en dan gaat het niet over de kans op ijzel. Het grensgebied met Oeganda is politiek onstabiel als gevolg van burgeroorlogen en andere ellende. Tegenwoordig is het er relatief rustig dankzij de aanwezig...
Welkom op mijn blog! Net als iedereen maak ook ík wel eens wat mee. Daarnaast heb ik een mening en daar val ik graag mijn omgeving mee lastig. Allemaal uitstekende redenen om een blog bij te houden, leek me. Ik hoop dat u net zoveel plezier bij het lezen heeft, als ik heb bij het schrijven er van.

Rothuis

De enige keer dat het gezin Van Leest op stand heeft gewoond, vond mijn vader het maar niks. “Dat rothuis! Dat hele rothuis!”, beklaagde hij zich enige maanden na de verhuizing.  In 1969 betrokken we het vrijstaande pand uit 1937, met de enigszins sinistere naam Ledicoma, aan de Bergstraat in Ede. Later leerden we dat de naam gevormd werd door de twee beginletters van de vier kinderen van de eerste eigenaar: Leendert, Dirk, Coby en Marietje. En haters maar beweren dat men niet crea is in Ede.  Waarom pa zijn sterke bedenkingen had tegen het huis vonden mijn broer Jules, mijn moeder en ik onduidelijk. Daarvoor hadden we uitsluitend gewoond in zwierige Sovjetstyle-flats of arbeiderswoninkjes zoals je - behalve in Ede - alleen aantreft in de meest naargeestige veengebieden van fucking Drenthe.  Ik begreep wel dat ons nieuwe huis met minimale inspanning van de gemeente (het was immers een dienstwoning) was opgeknapt en inderdaad: je zag de oude behangresten door de nieuwe ban...