Er zijn bezigheden waaraan ik enorm plezier beleef maar waarin ik niet bijzonder getalenteerd ben. Ik word bijvoorbeeld altijd blij van koken.
Mijn skills achter het fornuis zijn beperkt. Af en toe waag ik mij aan het bereiden van voedsel waarvan het ambitieniveau de twee ingrediënten overstijgt en ben vervolgens als een kleuter zo blij als het eindresultaat is binnen te houden. Ik mis de flair om zelf smaken te combineren en als gevolg daarvan ben ik aangewezen op kookboeken of de Allerhande-app. Belangrijk voor mij is om tot op de nanogram de in een recept aangegeven hoeveelheden te gebruiken en me strikt te houden aan de beschreven ingrediënten. Ik sta met open mond te kijken naar mensen die hierin creatief zijn en niet in blinde paniek raken als onverhoopt de chilipeper op is en deze zonder angst vervangen door cayennepeper. Zou er zoiets bestaan als culinair-autisme?
De Suffe Hollandsche Keuken gaat me inmiddels goed af. Op hoge leeftijd heb ik mij de edele kunst van het gehaktballen maken aangeleerd en ik lieg amper als ik zeg dat ze erg op echte gehaktballen lijken. En omdat ik die aanstellerige hipstersalades van tegenwoordig beu ben nam ik mij voor om weer eens zo’n ouderwetse Jaren ’60 salade (met slasaus, tomaat, gurkje en een gekookt eitje) te maken. Een soort PVV-salade, maar niettemin erg lekker. Onlangs heb ik me vergrepen aan het zelf maken van erwtensoep. Dankzij de bouwpakketten die de Albert Heijn tegenwoordig aanbiedt - en de heldere beschrijving op de verpakking van de handelingen die moeten leiden tot een luisterrijke snert - kan ik het nu ook zelf. Ik vond het eindresultaat aan de stevige kant, om niet te zeggen dat je er ook fijn de dijken mee zou kunnen ophogen. Maar toch: zelfgemaakte erwtensoep!
Na 55 jaar smaakontwikkeling ben ik bij het wonderlijke stadium beland dat ik aardappelen met gekookte andijvie en een karbo het lekkerste vind dat je me kan voorschotelen. Overigens heb ik in mijn financieel gouden jaren heus wel eens in een toprestaurant gegeten. Zo vond ik het gestoofde rundvlees in het chique Mokumse etablissement Van Vlaanderen (damals goed voor één ster van het Michellinmannetje) goddelijk. Daarintegen was het pindakaasijs in twee-sterrenkantine De Zwetheul - geserveerd tijdens een bruiloftsdiner waarvan het budget ongetwijfeld astronomisch moet zijn geweest - niet te vreten. Zo is er altijd weer wat.
Toch ga ik het avontuur niet uit de weg. Zo werk ik al ruim 30 jaar aan de vervolmaking van mijn pasta Bolognese. Iedere mafkees draait zijn of haar hand er niet voor om want het is geen rocketscience. Voor mij echter wel, maar dan complexer.
Hoewel mijn pasta niet het culinaire equivalent is van de Sixtijnse Kapel is hij over het algemeen goed te beuken en met een beetje fantasie waan je je in Italië, zeker als je het wegspoelt met een doosje Bardolino de man. Bovendien zijn mijn vrienden en kennissen - die met gevaar voor eigen leven aanschuiven - zo aardig om niet direct naar de plee te rennen na hun eerste hap. Daardoor alleen al voel ik mij gesterkt in mijn queeste naar de Heilige Bolognese Graal. Romantische dwaas als ik ben stel ik mij tijdens de bereiding voor dat ik een ouwe mafiabaas ben die - naast het uitmoorden van tegenstanders - passioneel knoflook kan snijden. Om de sfeer te verhogen zet ik graag een pretentieuze Italiaanse opera er bij op en voel me dan even Don Vincenzo. Ach, de één heeft een modeltrein op zolder of een gezellige SM-kelder: ik mag graag doen alsof ik kan koken.
Mijn skills achter het fornuis zijn beperkt. Af en toe waag ik mij aan het bereiden van voedsel waarvan het ambitieniveau de twee ingrediënten overstijgt en ben vervolgens als een kleuter zo blij als het eindresultaat is binnen te houden. Ik mis de flair om zelf smaken te combineren en als gevolg daarvan ben ik aangewezen op kookboeken of de Allerhande-app. Belangrijk voor mij is om tot op de nanogram de in een recept aangegeven hoeveelheden te gebruiken en me strikt te houden aan de beschreven ingrediënten. Ik sta met open mond te kijken naar mensen die hierin creatief zijn en niet in blinde paniek raken als onverhoopt de chilipeper op is en deze zonder angst vervangen door cayennepeper. Zou er zoiets bestaan als culinair-autisme?
![]() |
"In the fine, Texas-tradition!" (ZZ-Top binnenhoes van Tres Hombres, 1973) |
De Suffe Hollandsche Keuken gaat me inmiddels goed af. Op hoge leeftijd heb ik mij de edele kunst van het gehaktballen maken aangeleerd en ik lieg amper als ik zeg dat ze erg op echte gehaktballen lijken. En omdat ik die aanstellerige hipstersalades van tegenwoordig beu ben nam ik mij voor om weer eens zo’n ouderwetse Jaren ’60 salade (met slasaus, tomaat, gurkje en een gekookt eitje) te maken. Een soort PVV-salade, maar niettemin erg lekker. Onlangs heb ik me vergrepen aan het zelf maken van erwtensoep. Dankzij de bouwpakketten die de Albert Heijn tegenwoordig aanbiedt - en de heldere beschrijving op de verpakking van de handelingen die moeten leiden tot een luisterrijke snert - kan ik het nu ook zelf. Ik vond het eindresultaat aan de stevige kant, om niet te zeggen dat je er ook fijn de dijken mee zou kunnen ophogen. Maar toch: zelfgemaakte erwtensoep!
Na 55 jaar smaakontwikkeling ben ik bij het wonderlijke stadium beland dat ik aardappelen met gekookte andijvie en een karbo het lekkerste vind dat je me kan voorschotelen. Overigens heb ik in mijn financieel gouden jaren heus wel eens in een toprestaurant gegeten. Zo vond ik het gestoofde rundvlees in het chique Mokumse etablissement Van Vlaanderen (damals goed voor één ster van het Michellinmannetje) goddelijk. Daarintegen was het pindakaasijs in twee-sterrenkantine De Zwetheul - geserveerd tijdens een bruiloftsdiner waarvan het budget ongetwijfeld astronomisch moet zijn geweest - niet te vreten. Zo is er altijd weer wat.
Toch ga ik het avontuur niet uit de weg. Zo werk ik al ruim 30 jaar aan de vervolmaking van mijn pasta Bolognese. Iedere mafkees draait zijn of haar hand er niet voor om want het is geen rocketscience. Voor mij echter wel, maar dan complexer.
Hoewel mijn pasta niet het culinaire equivalent is van de Sixtijnse Kapel is hij over het algemeen goed te beuken en met een beetje fantasie waan je je in Italië, zeker als je het wegspoelt met een doosje Bardolino de man. Bovendien zijn mijn vrienden en kennissen - die met gevaar voor eigen leven aanschuiven - zo aardig om niet direct naar de plee te rennen na hun eerste hap. Daardoor alleen al voel ik mij gesterkt in mijn queeste naar de Heilige Bolognese Graal. Romantische dwaas als ik ben stel ik mij tijdens de bereiding voor dat ik een ouwe mafiabaas ben die - naast het uitmoorden van tegenstanders - passioneel knoflook kan snijden. Om de sfeer te verhogen zet ik graag een pretentieuze Italiaanse opera er bij op en voel me dan even Don Vincenzo. Ach, de één heeft een modeltrein op zolder of een gezellige SM-kelder: ik mag graag doen alsof ik kan koken.
Reacties
Een reactie posten