Doorgaan naar hoofdcontent

Oud gedrag

Ooit, toen ik nog een jongeling was "mit lockigem Haar", bleek een leuk meiske uit een andere klas geïnteresseerd in mij. Voor haar 14 jaar was ze behoorlijk streetwise, in ieder geval wat roken betreft.

Ik had nog nooit een sigaret (laat staan een meisje) aangeraakt maar vond dat ik nu niet kon verzaken en heb toen voor het eerst van m’n leven een peuk gerookt. Alles voor de liefde, nietwaar? Het meisje zelf bepotelen durfde ik als bleue 14-jarige nog niet. Tijdens mijn nicotine-doop rookte ik niet over m’n longen want ik had gehoord dat je daarvan in je broek ging pissen. Dat leek me geen goeie binnenkomer voor een eerste date.




Het zou flauw van me zijn om dat arme schaap de schuld te geven van mijn uiteindelijke rookverslaving: vroeg of laat was ik toch wel voor de bijl gegaan want ik heb nou eenmaal een goeie neus voor idiote beslissingen. In mijn vriendenkring bijvoorbeeld waren al een paar stoere knullen die rookten, als onmisbare aanvulling op hun ontluikende mannelijkheid. Betalen voor sigaretten deden deze hardliners niet: gewoon jatten bij de Vivo. Waarom ze uitgerekend altijd Belinda menthol ratsten was mij niet duidelijk, maar goed: het waren sigaretten en bovendien lekker fris voor de keel en de kwalificatie “gay” werd pas jaren later gemeengoed.

Tot nu toe heb ik een aardige bungalow met oprijlaan weggerookt in mijn leven. In die 41 jaar heb ik al met al zo’n 4,5 jaar niet gerookt. De langst aaneengesloten periode was 3 jaar en de hypergezonde metamorfose was overduidelijk. Toen mijn pa mij in die tijd een keer van de trein kwam halen en me vaderlijk meedeelde: “Jezus, wat heb jij een dikke harses gekregen!” dacht ik “…sterf allemaal: ik moet nodig weer roken!”.

Sinds anderhalve week ben ik weer gestopt. Samen met Suzan Baki en Ben van Dijk zijn we naar de bijeenkomst “Ik stop ermee!” gegaan. A raison van 50 euro per loser wordt tijdens een vier uur durende sessie uitgelegd waarom een mensch ook alweer niet zou moeten roken (boze tongen beweren dat het ongezond schijnt te zijn!). Bovendien stopt de Grote Satan Philip Morris allemaal gemene stofjes in de peuk die er voor zorgen dat je een hopeloze nicotinejunk blijft. Ik vond het een goed verhaal: zo goed dat ik cold turkey ben afgekickt van de nicotine en nu 10 dagen droog sta. De zin in roken blijft maar tot nu toe gaat het lekker. Overigens moet ik bekennen dat ik 3 keer een trekje heb genomen om te kijken hoe het ook al weer was maar daar ben ik ook maar mee gestopt: "oud gedrag" noemen ze dat in afkick jargon.

Enfin: mocht ik binnenkort een breedbeeld-profielfoto posten op Facebook dan weet u dat ik nog steeds ben gestopt maar inmiddels wel 300 kilo weeg.

Reacties

Populaire posts van deze blog

A Muzungu abroad

Van alle landen die niet op mijn bucketlist voorkomen was Oeganda er ook één. Ik kende het oppervlakkig dankzij het horror regime van de geschifte jaren ’70 dictator Idi Amin en één film: “The Raid on Entebbe”, over een heroïsche bevrijdingsactie van gegijzelde vliegtuigpassagiers op het vliegveld bij de hoofdstad Kampala. Ik wist genoeg: camping Het Lorkenbos in Otterlo leek me avontuurlijk genoeg. Mijn zoon Milos denkt anders over exotische oorden. Als 4e jaars student aan de Landbouw Hogeschool in Wageningen doet hij samen met klasgenoot Jua Dai een vier maanden durend afstudeeronderzoek in Oeganda. Hun uitvalsbasis is de provinciestad Arua, gelegen op een steenworp afstand van de grens met Congo. Tik “Congo” in op de site van Buitenlandse Zaken en de alarmbellen gaan af: Code Rood, en dan gaat het niet over de kans op ijzel. Het grensgebied met Oeganda is politiek onstabiel als gevolg van burgeroorlogen en andere ellende. Tegenwoordig is het er relatief rustig dankzij de aanwezig...
Welkom op mijn blog! Net als iedereen maak ook ík wel eens wat mee. Daarnaast heb ik een mening en daar val ik graag mijn omgeving mee lastig. Allemaal uitstekende redenen om een blog bij te houden, leek me. Ik hoop dat u net zoveel plezier bij het lezen heeft, als ik heb bij het schrijven er van.

Rothuis

De enige keer dat het gezin Van Leest op stand heeft gewoond, vond mijn vader het maar niks. “Dat rothuis! Dat hele rothuis!”, beklaagde hij zich enige maanden na de verhuizing.  In 1969 betrokken we het vrijstaande pand uit 1937, met de enigszins sinistere naam Ledicoma, aan de Bergstraat in Ede. Later leerden we dat de naam gevormd werd door de twee beginletters van de vier kinderen van de eerste eigenaar: Leendert, Dirk, Coby en Marietje. En haters maar beweren dat men niet crea is in Ede.  Waarom pa zijn sterke bedenkingen had tegen het huis vonden mijn broer Jules, mijn moeder en ik onduidelijk. Daarvoor hadden we uitsluitend gewoond in zwierige Sovjetstyle-flats of arbeiderswoninkjes zoals je - behalve in Ede - alleen aantreft in de meest naargeestige veengebieden van fucking Drenthe.  Ik begreep wel dat ons nieuwe huis met minimale inspanning van de gemeente (het was immers een dienstwoning) was opgeknapt en inderdaad: je zag de oude behangresten door de nieuwe ban...