Doorgaan naar hoofdcontent

Zonnekust

Vanochtend werd ik dankzij de Dienst Herinneringen van Facebook attent gemaakt op het feit dat ik precies twee jaar geleden in het Spaanse Malaga was. “Nou en?”, denkt u terecht. Echter: als chronisch aandachtsorgel zijnde heb ik de onbedwingbare neiging om mijn Andalusische overdenkingen met jullie te delen.

Gemma en ik besloten begin 2016 dat er nodig wat vitamine D moest worden bijgetankt om de bleke winterwangen wat op te fleuren. Op naar Spanje dus en gelukkig deed de Zuid-Spaanse zonnekust ook in het holst van de winter van 2016 haar naam eer aan.

Bovendien vielen we met onze feestneuzen in de boter. Malaga bleek veranderd in het Oeteldonk van Andalusië want het was carnaval! Dat betekent hordes verklede gezinnen op de straten en een spectaculaire lichtversiering over de gehele lengte van de Calle de Marqués de Larios (wie kent het niet?). Op het grote podium op de Place de la Consticiuon werd 's middags uitbundig Kindercarnaval gevierd. Groepen blagen, schattig verkleed als lieveheersbeestje, dracula of onbestemde aardappelzak zongen enthousiast onbegrijpelijke liedjes ten overstaande van ontroerde ouders en toeristen.

In de Paasvakantie van 1974 ging ik voor het eerst naar deze streek. Ik was 13 jaar en deze reis werd mijn broer en mij geheel belangeloos aangeboden door onze ouders. Die hadden net besloten dat ze gingen scheiden en het leek ze een leuk idee om dat te vieren met een weekje Torremolinos voor het hele gezin. Mij hoorde je niet klagen: een vliegtuig had ik nog nooit van binnen gezien, laat staan het exotische Torremolinos! Weliswaar was het toen fris voor de tijd van het jaar maar dat bomde mij niet echt: er waren palmbomen dus in beginsel waren we in een warm land.

Oergezellige processie in Malaga
Zoals gezegd: het was de week voor Pasen en dat noemt men in Spanje de Semana Santa, de Heilige Week. Dat wordt gevierd met oeverloze religieuze processies door de straten van Malaga waarbij hardcore katholieke mannenbroeders loodzware stellages (tronos) torsen met daarop beelden van de heilige Maria, Christus en andere Bekende Bijbeltypes. Soms wel 100 man per religieuze coryfee.

De avondprocessie vond ik het vetst: de sjouwers waren voor deze nachteditie uitgedost in de laatste Klu Klux Klan mode en geloof me: dat ziet er sinister uit. Het gezeul met de heiligen werd ritmisch begeleid door militaire drumbands die om de twee seconden met een harde dreun op de trommels aangaven dat er weer een stap gezet mocht worden. Het bewind van de fascistische dictator Franco was damals nog in full swing, en de met Duitse stahlhelmen uitgedoste leden van het militaire tamboerskorps maakte dat het geheel er uit zag als een obscure mix van de Heilige Maria meets Horst Wessel.

Voor een uiteenvallend gezin zat de stemming er overigens best goed in: het was de eerste keer in mijn leven dat ik kachel werd. Het half glaasje sangria dat ik onder goedkeuring van mijn ouders dronk hakte er lekker in en gedurende een half uur was ik zo dronken als een aap, tot grote hilariteit van het gezin. Ik geloof dat ik het zelf ook wel lollig vond want heb later in mijn leven best nog wel eens af en toe een drankje genomen.

Ook mooi was de dagtrip met mijn ouders en broer naar Granada. We bezochten het voormalige Moorse bolwerk en paleizencomplex Alhambra en - nu we er toch waren - het graf van Johanna de Waanzinnige in de plaatselijke kathedraal. Om een of andere obscure reden had mijn vader een vrolijke fascinatie voor Johanna. Ook het Spaanse koningspaar Ferdinand en Isabel liggen er begraven. Zij zijn degenen die in 1492 Columbus het geld fourneerden om het rijke India te vinden via een westelijke zeeroute. Dat laatste lukte achteraf gezien niet, maar niettemin noemde hij de locals die hij op het eiland Santo Domingo in de Caribische Zee aantrof evengoed Indianen. Columbus had duidelijk niet opgelet bij aardrijkskundeles op de Mavo.

Tijdens onze reis van 2016 slaagden Gemma en ik er niet in om kaarten te scoren voor het paleizencomplex van het Alhambra. Gelukkig mochten we de prachtige tuinen wel in en dat was eigenlijk wel prima zo. Ook het kathedraalbezoek hebben we deze editie geskipt: Juanita El Loca ligt er de volgende keer ook nog wel.

Voor degene die voor het eerst horen van Spanje als vakantieland: ik kan het van harte aanbevelen. Er zijn genoeg snackbars in Torremolinos waar je gewoon normaal Nederlands kan praten en een berenlul-speciaal kan bestellen (voor hen die gevoelig zijn voor olijfolie en andere excentrieke eetgewoonten een uitkomst). Gemma en ik hebben het er enorm naar ons zin gehad, dus ik vermoed dat er ooit wel weer een derde editie komt.

Reacties

Populaire posts van deze blog

A Muzungu abroad

Van alle landen die niet op mijn bucketlist voorkomen was Oeganda er ook één. Ik kende het oppervlakkig dankzij het horror regime van de geschifte jaren ’70 dictator Idi Amin en één film: “The Raid on Entebbe”, over een heroïsche bevrijdingsactie van gegijzelde vliegtuigpassagiers op het vliegveld bij de hoofdstad Kampala. Ik wist genoeg: camping Het Lorkenbos in Otterlo leek me avontuurlijk genoeg. Mijn zoon Milos denkt anders over exotische oorden. Als 4e jaars student aan de Landbouw Hogeschool in Wageningen doet hij samen met klasgenoot Jua Dai een vier maanden durend afstudeeronderzoek in Oeganda. Hun uitvalsbasis is de provinciestad Arua, gelegen op een steenworp afstand van de grens met Congo. Tik “Congo” in op de site van Buitenlandse Zaken en de alarmbellen gaan af: Code Rood, en dan gaat het niet over de kans op ijzel. Het grensgebied met Oeganda is politiek onstabiel als gevolg van burgeroorlogen en andere ellende. Tegenwoordig is het er relatief rustig dankzij de aanwezig...
Welkom op mijn blog! Net als iedereen maak ook ík wel eens wat mee. Daarnaast heb ik een mening en daar val ik graag mijn omgeving mee lastig. Allemaal uitstekende redenen om een blog bij te houden, leek me. Ik hoop dat u net zoveel plezier bij het lezen heeft, als ik heb bij het schrijven er van.

Rothuis

De enige keer dat het gezin Van Leest op stand heeft gewoond, vond mijn vader het maar niks. “Dat rothuis! Dat hele rothuis!”, beklaagde hij zich enige maanden na de verhuizing.  In 1969 betrokken we het vrijstaande pand uit 1937, met de enigszins sinistere naam Ledicoma, aan de Bergstraat in Ede. Later leerden we dat de naam gevormd werd door de twee beginletters van de vier kinderen van de eerste eigenaar: Leendert, Dirk, Coby en Marietje. En haters maar beweren dat men niet crea is in Ede.  Waarom pa zijn sterke bedenkingen had tegen het huis vonden mijn broer Jules, mijn moeder en ik onduidelijk. Daarvoor hadden we uitsluitend gewoond in zwierige Sovjetstyle-flats of arbeiderswoninkjes zoals je - behalve in Ede - alleen aantreft in de meest naargeestige veengebieden van fucking Drenthe.  Ik begreep wel dat ons nieuwe huis met minimale inspanning van de gemeente (het was immers een dienstwoning) was opgeknapt en inderdaad: je zag de oude behangresten door de nieuwe ban...