Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Welkom op mijn blog! Net als iedereen maak ook ík wel eens wat mee. Daarnaast heb ik een mening en daar val ik graag mijn omgeving mee lastig. Allemaal uitstekende redenen om een blog bij te houden, leek me. Ik hoop dat u net zoveel plezier bij het lezen heeft, als ik heb bij het schrijven er van.
Recente posts

Lebensraum

Oranje dakpannen in de zon en vijftig tinten grijs van het grindpad. Dat is mijn eerste herinnering. Waarschijnlijk zat ik in de kinderwagen maar daar zijn de historici het nog niet helemaal over eens. De locatie kan niet anders zijn geweest dan mijn geboortehuis aan de Laan 1948 in Ede. Een arbeidershuisje - en iets zegt me in 1948 gebouwd - voor de werknemers van de nabijgelegen ENKA Kunstzijdefabriek. Op zaterdagmiddag 10 december 1960 kwam ik hier ter wereld als tweede zoon van Toos van Oers en Ad van Leest. Mijn broertje Jules was inmiddels al een ouwe vent van twee en een half. Met al dat kroost werd het tijd dat opa Van Leest (die bij ons inwoonde) verkaste naar het één straat verderop gelegen bejaardentehuis Sint-Barbara. Mijn ouders waren zijn genuil ook wel een beetje zat (“Laat mij maar alleen sterven hier…”, als ze op zaterdagavond lekker een potje gingen dansen in De Witte Hinde). In het bejaardentehuis kon hij tenminste biljarten en ouwehoeren met de medebewoners en lie...

Keihard kleuteren

Ergens eind 1964 was het moment gekomen dat ik naar de kleuterschool mocht. Het verplichte middagslaapje, de grenzeloze verveling: het hing me enorm de keel uit: ik was klaar voor het serieuze werk. Kleuterjuf Ranshuizen (gezellige naam, overigens) was een vrouw op leeftijd, dus waarschijnlijk zal ze achter in de 30 zijn geweest. Als 4 jarige lijkt iedereen boven de 10 een oud beest en eerlijk gezegd heb ik nog steeds moeite met het schatten van leeftijden. Juf Ranshuizen echter kon je er goed bij hebben. Ik vond het alleen een beetje vreemd dat ze een prullenbak als hoed droeg. In de school stonden prullenbakken van gevlochten sisal-shit, en haar hoed leek daar verdacht veel op. Modebewust ben ik nooit geweest.  Wel vond ik het erg gezellig met al die medekoters. Bovendien had het schooltje de complete serie van De Gouden Boekjes. Mijn favoriet was De Vijf Brandweermannetjes. Op die leeftijd wilde ik, net als 99% van mijn mannelijke mededreumesen, ook brandweerman worden. Het conc...

De Zorroclub

Begin jaren '70 waren mijn broer en ik vooral druk met dingen die je doet als jongetje, in onwetende afwachting van de tijd dat de hormonen het overnemen en meisjes interessant worden. De kitschzwaarden die mijn ouders meenamen als souvenir uit het verre Spanje kwamen dan ook uitstekend van pas in verband met onze nieuw opgerichte Zorro Club. We wilden goed bewapend zijn als we het onrecht in onze wijk op efficiënte wijze wilden bestrijden. Niet dat er veel onrecht was want we woonden aan de rustige Bergstraat en dat was al aardig richting Edese goudkust. De directie van de Zorroclub op werkbezoek in Brugge, 1967 We kozen Zorro als rolmodel omdat hij stoer kon vechten en we hoopten dat we, met onze maskers op, er net zo dashing uitzagen als Guy Williams. En ondanks dat meisjes over het algemeen stom waren wilden we eigenlijk later ook net zo'n lekkere vriendin als De Vos, AKA El Zorro. Dat m'n ouders de metalen zwaardjes konden meenemen in het vliegtuig is nu nie...

Modekwartiertje

Ondanks al mijn pretenties kan men mij moeilijk verwijten een stijlicoon te zijn. Ik woon dan wel in het überhippe Arnhemse Modekwartier maar mijn kledingkeuze, haardracht en vrijwel niet aanwezige mode-accessoires zou ik omschrijven als voorzichtig conservatief. In mijn financieel gouden jaren mocht ik graag spijkerbroeken kopen van meer dan 200 euro, of een lollig vestje aanschaffen (geweven van de wol van één of ander harig Andesbeest) voor een bedrag waarvan ik tegenwoordig een kwartaal moet eten. Maar ook toen was de keus stylistisch behoudend. Laten we het er op houden dat ik weinig oog heb voor modieuze zaken. Mijn lieve moeder - daar is ze weer - was een enthousiast zelfmaakmode-type in de jaren '60 en '70. De synthetische truien die ze voor ons breide waren een feest voor het oog: knaloranje, lekker strak om de hals, de mouwen tot halverwege de ellebogen afgemeten en als je de trui uittrok (wat aanvoelde als een wedergeboorte) stonden m'n haren gegarandeerd rec...

Rothuis

De enige keer dat het gezin Van Leest op stand heeft gewoond, vond mijn vader het maar niks. “Dat rothuis! Dat hele rothuis!”, beklaagde hij zich enige maanden na de verhuizing.  In 1969 betrokken we het vrijstaande pand uit 1937, met de enigszins sinistere naam Ledicoma, aan de Bergstraat in Ede. Later leerden we dat de naam gevormd werd door de twee beginletters van de vier kinderen van de eerste eigenaar: Leendert, Dirk, Coby en Marietje. En haters maar beweren dat men niet crea is in Ede.  Waarom pa zijn sterke bedenkingen had tegen het huis vonden mijn broer Jules, mijn moeder en ik onduidelijk. Daarvoor hadden we uitsluitend gewoond in zwierige Sovjetstyle-flats of arbeiderswoninkjes zoals je - behalve in Ede - alleen aantreft in de meest naargeestige veengebieden van fucking Drenthe.  Ik begreep wel dat ons nieuwe huis met minimale inspanning van de gemeente (het was immers een dienstwoning) was opgeknapt en inderdaad: je zag de oude behangresten door de nieuwe ban...

Vooruitgang

Ik snap het heus wel: vooruitgang is onvermijdelijk. Anders zouden we nu nog aan de builenpest sterven of heideplaggen vreten. In mijn geboortedorp Ede echter had het wel een tandje minder gemogen. De eerste drie decennia van mijn leven heb ik doorgebracht in Ede. Gedurende die tijd beviel het idyllische heidedorp op de Veluwe me prima maar dat schijnt vrij normaal te zijn als je geen vergelijkingsmateriaal hebt. Het dorp is al lang niet meer idyllisch want het lijdt nog steeds onder de vooruitgangsdrift die in de tweede helft van de jaren zestig is ingezet onder de codenaam Kernplan Ede. Insteek tot het grootschalige plan was het vooruitzicht van een grote toestroom van nieuwe bewoners die afkwamen op de gunstige geografische ligging. Waarom uitgerekend Ede - dat inmiddels verworden is tot het Almere van de Veluwe - zonodig het meest hyperactieve jongetje van de planologische klas moest worden zal wel altijd een raadsel blijven. Ik dacht dat ik mijn ergernis over de kaalslag wel z...