Doorgaan naar hoofdcontent

Rock 'n Roll, vol. 1

Op een zaterdagochtend begin jaren '70 had ik een openbaring. Onder de douche bedacht ik dat ik popster wilde worden. De voordelen leken eindeloos: onbeperkt aandacht, lekkere wijven, sloten met geld en ondertussen nog wat van de wereld zien! Dat leek me wel wat.

Fatal flaw in het plan was dat ik geen stoer instrument speelde. De klarinet bleef een rare toeter en de laatste hits die met zo'n geval waren gemaakt stamden uit de tijd van Mozart. Ook populaire nummers waarin een prominente rol voor de blokfluit was weggelegd - waarop mijn broer en ik behoorlijk virtuoos konden spelen - kwamen niet voor in de Top 40.

Zowel mijn broer Jules als ik wilden niet lullig doen toen mijn moeder aangaf het een goed idee te vinden als wij de fucking klarinet gingen leren spelen na het behalen van ons diploma Algemene Muzikale Vorming. Jules haakte al snel af want werd fysiek onpasselijk als hij op dat ding moest blazen. Ik snapte hem wel. Onder zachte dwang van een pistool in mijn nek ben ik toch nog twee lange jaren naar klarinetles gegaan. Zo voelde het tenminste. Toen ik uiteindelijk door de mand viel omdat ik geen noot kon lezen ondanks mijn diploma AMV, en ik dringend werd verzocht de lessen te verlaten, was de opluchting groot. Flikker op met je klarinet!

Gelukkig had mijn pa een klassieke gitaar. Dat leek er meer op. De beste man kon drie akkoorden spelen waarmee hij verrassend genoeg nog een indrukwekkend oeuvre van een stuk of 10 zelf gedichte ballades had weten te componeren. Pa's rock 'n roll carrière bevond zich echter in een blijvende impasse zodat zijn gitaar door mij werd geconfisqueerd. Al snel leerde ik maar liefst vier akkoorden en streefde op dat gebied mijn vader voorbij.

In de brugklas van het Marnix College kwam mijn muzikantenbestaan in een hogere versnelling. In mijn jeugdige overmoed - misschien is megalomanie een betere omschrijving - had ik mezelf aangeboden als drummer voor een schoolmusical, want drummen was stoer. Nadeel was dat ik nog nooit had gedrumd. Gelukkig ontmoette ik Rene van den Hoven, en die was toevallig "op" Minoes, die op haar beurt piano speelde in de musicalband. René, een goeie drummer mét drumstel en aardige jongen, wilde mij wel lesgeven. Waarom hij zelf niet in de musicalband ging spelen weet ik eigenlijk niet, maar de lessen die ik van hem kreeg sleepten me door de musical heen. A star is born!

Vincent doet nog even de klassieke drumhouding voor (1976)

Toen wilde ik natuurlijk zelf een drumstel. Helaas waren de kosten daarvoor niet op te brengen voor mijn ouders dus nam ik een krantenwijk. Na één keer een eindeloze woensdagmiddag de brievenbussen vullen in de “Horsten”-wijk van Ede-Veldhuizen had ik berekend hoe lang ik de krantenwijk moest doen voordat ik mijn gedroomde Slingerland drumstel met dubbele bassdrum en verchroomde "ketels" kon kopen: 20 jaar. Dat zou dan rond m'n 34-ste zijn.

Het wonder geschiedde, en het was in die dagen dat mijn lieve moeder meedeelde dat pa en zij een echt drumstel voor me zouden kopen. Weliswaar niet het eerder genoemde exemplaar dat rond de 10.000 gulden zou gaan kosten, maar toch. Ze hadden mijn brandende ambitie opgemerkt en het navenante gezeur van mijn kant doorstaan. Hoe ze het betaalden: ik weet het niet, maar wat was ik blij! Het werd een grijs-blauwige Swingstar en deed wat-ie moest doen: een hoop herrie maken.

Omdat we drie hoog woonden op de schilderachtige Lunenburg in Ede maakte ik een deal met de buren. Ik drumde op bepaalde uren en meestal met koptelefoon op waarop Hilversum 3 klonk. Ik bonkte gewoon vaak en lekker mee met de radio waardoor ik uiteindelijk tamelijk allround de maat leerde slaan.
In Amerikaanse films is dit meestal het moment waarop de jonge, talentvolle muzikant wordt ontdekt door een toevallig passerende platenbaas en nog lang en succesvol leefde. Helaas moet ik jullie teleurstellen. Hoe het wel verder ging, vertel ik een andere keer.

Reacties

Populaire posts van deze blog

A Muzungu abroad

Van alle landen die niet op mijn bucketlist voorkomen was Oeganda er ook één. Ik kende het oppervlakkig dankzij het horror regime van de geschifte jaren ’70 dictator Idi Amin en één film: “The Raid on Entebbe”, over een heroïsche bevrijdingsactie van gegijzelde vliegtuigpassagiers op het vliegveld bij de hoofdstad Kampala. Ik wist genoeg: camping Het Lorkenbos in Otterlo leek me avontuurlijk genoeg. Mijn zoon Milos denkt anders over exotische oorden. Als 4e jaars student aan de Landbouw Hogeschool in Wageningen doet hij samen met klasgenoot Jua Dai een vier maanden durend afstudeeronderzoek in Oeganda. Hun uitvalsbasis is de provinciestad Arua, gelegen op een steenworp afstand van de grens met Congo. Tik “Congo” in op de site van Buitenlandse Zaken en de alarmbellen gaan af: Code Rood, en dan gaat het niet over de kans op ijzel. Het grensgebied met Oeganda is politiek onstabiel als gevolg van burgeroorlogen en andere ellende. Tegenwoordig is het er relatief rustig dankzij de aanwezig...
Welkom op mijn blog! Net als iedereen maak ook ík wel eens wat mee. Daarnaast heb ik een mening en daar val ik graag mijn omgeving mee lastig. Allemaal uitstekende redenen om een blog bij te houden, leek me. Ik hoop dat u net zoveel plezier bij het lezen heeft, als ik heb bij het schrijven er van.

Rothuis

De enige keer dat het gezin Van Leest op stand heeft gewoond, vond mijn vader het maar niks. “Dat rothuis! Dat hele rothuis!”, beklaagde hij zich enige maanden na de verhuizing.  In 1969 betrokken we het vrijstaande pand uit 1937, met de enigszins sinistere naam Ledicoma, aan de Bergstraat in Ede. Later leerden we dat de naam gevormd werd door de twee beginletters van de vier kinderen van de eerste eigenaar: Leendert, Dirk, Coby en Marietje. En haters maar beweren dat men niet crea is in Ede.  Waarom pa zijn sterke bedenkingen had tegen het huis vonden mijn broer Jules, mijn moeder en ik onduidelijk. Daarvoor hadden we uitsluitend gewoond in zwierige Sovjetstyle-flats of arbeiderswoninkjes zoals je - behalve in Ede - alleen aantreft in de meest naargeestige veengebieden van fucking Drenthe.  Ik begreep wel dat ons nieuwe huis met minimale inspanning van de gemeente (het was immers een dienstwoning) was opgeknapt en inderdaad: je zag de oude behangresten door de nieuwe ban...